Daar zit ik dan; op mijn houten stoel, in een overvol café en met mijn oren ergens anders. Toch moet ik vandaag weer knallen om mijn werk af te krijgen. Het is voor de meeste mensen iets onbegrijpelijks als het gaat om ADHD. Tegenwoordig heeft iedereen het, zelfs zonder enig onderzoek gedaan te hoeven hebben. Ik moet, met enige vreugde, toch echt toegeven dat ik mijn ADHD heel erg waardeer. Zelfs al gaan al mijn dagen allemaal hetzelfde en zit geconcentreerd werken niet echt in het woordenboek van mijn ADHD.
Dan ga ik nu toch maar beginnen, anders komt het nooit af. Mijn ogen dwalen af naar mijn beeldscherm. Maar eerst ga ik mijn lunch kopen. Met honger kom ik niet ver. Ik wacht en ik wacht, mijn lunch eindelijk voor me. Ik eet niet heel snel, daar hou ik helemaal niet van. Ik luister wel tien gesprekken tegelijk en bij mijn laatste hap staat er nog maar één woord op papier; mijn naam.
Lunch op? Dan is het toch echt tijd om te beginnen. Ik open mijn Word bestandje en staar naar het lege blaadje. Mijn inspiratie ligt nog in bed en ik kan vast nog wel even wachten. Ik pak mijn telefoon zonder enige notificaties en open Twitter. Er gebeurt niks, nee, maar het is interessanter dan staren naar een wit blaadje waar ik nu toch niks aan heb. Als ik twitter heb doorkeken leg ik mijn telefoon weg en gaan mijn ogen terug naar mijn blaadje.
De ideeën voor een onderwerp stromen door mijn hoofd. Ik kan er wel tien opnoemen. Maar wat valt er nou te vertellen over mezelf? Een zucht of twee vallen uit mijn mond en mijn voeten tikken onrustig tegen de grond aan. Het scherm bevat nog steeds geen nieuwe, zwarte letters en ik raak langzaam gefrustreerd. Over een paar uur wordt er weer over me gezeurd en kan ik alleen maar lachen en knikken terwijl ik in mijn hoofd aan het nadenken ben over welke game ik straks in mijn Playstation 4 doe.
Oké, dan toch maar Youtube video’s kijken.