Agatha Deken (1741-1804) werd geboren in Nes aan de Amstel (Amstelveen). Ze was een bekende Nederlandse schrijfster. Elizabeth ‘Betje’ Bekker-Wolff (1738-1804) werd geboren in Vlissingen. Betje leerde Aagje kende door kritische correspondentie en werden zo beste vriendinnen. Samen vormden zij het dynamische schrijf duo dat in 1782 kwam met een boek die de wereld anders liet kijken naar romans.
Aagje Deken groeide op in een weeshuis waar ze verbleef tot 1767. Op latere leeftijd schreef ze over haar ervaringen in dat huis: “Geschrift eener bejaarde vrouw”, ze vertelt verder: “De meisjes hebben daer voor hunnen stand in de waereld al te wel: men leert haer daer denken!”
In 1775 verscheen de bundel ‘Stichtelijke gedichten’. Ze schreef dit samen met haar vriendin Maria, waar ze tot aan haar overlijden toe voor heeft gezorgd. Dit was haar eerste bundel. In 1781 publicieerden Wolff en Deken Economische gedichten.
Betje Wolff en Aagje Deken waren onafscheidelijk van elkaar. Ze hebben na het overlijden van Betjes man een huis gekocht met de naam ‘Lommerlust’ en zijn daar samen gaan wonen. Ze vormde een geducht schrijversteam. Net als Aagje weet Betje hoe het is om je ouders vroeg te verliezen, want haar moeder stierf toen ze nog maar dertien jaar was.
Betje is net als Aagje vroeg begonnen met schrijven. In haar werk had ze veel kritiek op de regering en de, volgens haar, ouderwetse manieren van de kerk. Aagje ontstemt zich over de felle spot van Betje Wolff en besloot haar een kritische brief te schrijven. Hierdoor ontstaat er correspondentie en kwamen ze erachter dat ze eigenlijk best veel met elkaar gemeen hadden.
In 1782 verschijnt hun boek: De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. Een brievenroman, er is geen verteller aan het woord. Ze wisselden hun belevenissen uit in brieven aan elkaar.
Betje en Aagje waren gematigde aanhangers van de patriotten. Patriotten zijn aanhangers van de verlichting die zich verzette tegen het huis van Oranje. De twee vrouwen waren een tijdje in Frankrijk gaan wonen, maar toen het geld op was werden ze gedwongen weer terug naar Nederland te gaan.
Betje overleed op 5 november 1804 niet veel langer daarna overleed Aagje. Ze zijn samen begraven op de begraafplaats Ter Navolging in Scheveningen.
Om de week zullen we jullie inspireren met verhalen die je wellicht nog niet eerder hebt gehoord. Ken jij nog een kunstenaar waar je graag meer over wil weten? Laat het ons weten via Instagram of stuur een mail naar info@thetittymag.com.