Wist je dat het impressionisme werd geleid door drie getalenteerde vrouwen? Of dat Fountain van Marcel Duchamp origineel door een vrouw is bedacht? In deze serie willen we met The TittyMag verhalen van toonaangevende vrouwen uit de kunstgeschiedenis opnieuw vertellen. Deze verhalen zijn vaak door de kreukels van de tijd in vergetelheid geraakt. Deze week bespreken we het werk van Marsha P. Johnson.
Marsha P. Johnson was een Amerikaanse trans vrouw en activist uit New Jersey. Haar activisme begon in de jaren ’60 en ’70. Ze had een enorme impact op de LHBTIQ+-gemeenschap en kreeg in de loop van de jaren een prominente rol in de New Yorkse kunstwereld. Ook wordt gezien als de eerste openlijke trans vrouw. De P. in haar naam stond voor ‘pay it no mind’. Dit was een zin die ze gebruikte als mensen negatief waren over haar levenskeuzes.
In de tijd dat Johnson begon met haar activisme, werd homoseksualiteit in de Verenigde Staten beschouwd als mentale ziekte. Queers werden regelmatig bedreigd en geslagen door de politie en gehaat door velen in de samenleving.
In juni 1969 viel de politie een homobar in New York, The Stonewall Inn, binnen. De politie dwong meer dan 200 mensen de bar uit te gaan en gebruikte geweld tegen hen. Johnson, die op dat moment in de stad woonde en werkte, was één van de sleutelfiguren die zich tijdens de inval verzette. Dit deed ze zowel tijdens arrestatie als daarna, toen ze een reeks protesten leidde om gelijke rechten voor haar gemeenschap op te eisen.
Het nieuws van deze protesten verspreidde zich over de hele wereld. Marsha P. Johnson inspireerde anderen om zich aan te sluiten bij protesten om te vechten voor gelijkheid.
Hoewel de Stonewall rellen de aanzet gaven tot een golf van steun, was er nog steeds veel discriminatie. Het kwam vaak voor dat jonge homo’s en transpersonen door hun ouders uit huis werden gezet. Johnson en haar goede vriendin Sylvia Rivera, die ook een activist was, richtten daarom STAR op. Dit stond voor Street Transvestite Action Revolutionaries. STAR is een organisatie om homo’s en transpersonen die dakloos waren geworden te steunen.
Een groot deel van het leven van de activist was gewijd aan het helpen van anderen. Ze kreeg dan ook de bijnaam ‘Saint of Christopher Street’, vanwege de vrijgevigheid die ze toonde aan mensen in de queergemeenschap van New York.
Helaas kwam Johnson’s leven op 47-jarige leeftijd al ten einde. Ze werd vermist en zes dagen later vond de politie haar lichaam. Zij zeiden dat niemand verantwoordelijk was geweest voor de dood, maar veel van haar vrienden betwistten deze uitspraak en zeiden dat er sprake was geweest van een hate crime.
Twintig jaar later slaagde campagnevoerder Mariah Lopez erin om de politie zover te krijgen de zaak te heropenen als een mogelijke moord. Nadat de NYPD de zaak heropende, is Johnson’s doodsoorzaak aangepast van ‘zelfmoord’ naar ‘onbepaald’.
Het nalatenschap van Marsha P. Johnson leeft vandaag de dag nog voort in organisaties zoals het Marsha P. Johnson Institute, dat de mensenrechten van zwarte transpersonen beschermt en verdedigt.