Sinds #jamieligate van een paar maanden geleden zitten die twee woorden in mijn hoofd. Zin. Maken. Want; wat is dat en waarom doen we het eigenlijk? Zin is toch een natuurlijk fenomeen dat je overrompelt zoals naar de WC moeten of een onverwoestbare zin in een spontaan flesje Yakult. Compleet uit het niets, maar alles consumerend.
Maar nee, blijkbaar kan je ‘zin’ ook scheppen. Zoals God de aarde schiep en de mens de McDonalds. En waarvoor zou ik die ‘zin’ dan moeten maken? Seks, geld, macht? Of toch dat flesje Yakult, omdat ik mijn darmflora een plezier wil doen. Het zijn de grote vraagstukken waar ik als millennial mee rondloop. Je kent ze wel, naast het feit dat de planeet niet te redden valt enzo.
Anyway, ‘zin’ dus. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik team Jamie Li werd. Want is volwassen zijn niet een hele grote rit aan ‘zin’ maken? Als kind heb je maar twee kampen: zin, en geen zin. Heb je geen zin dan ga je ruzie maken. Heb je wel zin, dan gaat alles verder prima. Als volwassene is die ‘zin’ wat genuanceerder. Want waar eindigt een plicht, en waar beginnen wij als mens?
Ik maakte ook ‘zin’ voor deze column bijvoorbeeld. Soms maak ik zin voor de liefde, of voor vriendelijkheid, om plastiek van papier te scheiden of om poëtischer te klinken dan dat mijn hoofd eigenlijk logischerwijs toelaat. Volwassen zijn is een rits aan dingen doen, die je misschien niet wil, maar wel zou moeten willen. En dan ‘maak je maar zin’. Zoals de liefde bedrijven met je partner, omdat je dat eigenlijk wel het leukste op aarde vindt, maar toch ook echt wel moe bent van je Excel sheet op werk.
Wellicht is ‘zin maken’ wel de essentie van de homo erectus. Want we kunnen allemaal wel meegaan in onze eigen emoties en behoeften en als doelloze primaten rondslingeren, maar die McDonalds komt er toch echt niet vanzelf. Nee, iemand had daar ooit zin voor gemaakt. Net zoals mensen zin maken voor seks, columns of Jamie Li’s boek. En dat vind ik mooi. <