Daar zit ik dan. Vingers rustend op het toetsenbord van mijn laptop. Het is tijd om weer een hoofdstuk te uploaden, zodat mijn lezers kunnen genieten van de rest van het verhaal. Ik type het eerste woord, maar besluit het weer te verwijderen. De ideeën gaan van hier naar daar zonder enige weg naar een nieuw hoofdstuk. Het is weer eens zover; ik heb een writer’s block.
Er zijn zoveel dingen die ik nog kan gebruiken. Ik heb zelfs een hele lijst voor me liggen om te kunnen zien waar ik heen wil gaan met het verhaal. Toch is de bladzijde nog steeds leeg, en heb ik geen een idee waar dit hoofdstuk over moet gaan. Zelfs niet als ik het vorige hoofdstuk nog eens lees, om te kijken of er iets in me op komt. Ik weet waar ik heen wil, maar het komt gewoon niet op papier.
De block geeft me het idee om even naar buiten te gaan. Een wandeling maken met harde muziek in mijn oren kan helpen. Ik luister alleen muziek met teksten die passen bij mijn verhaallijn. Soms zing ik zelfs met de woorden mee, om te kijken of het dan ineens bij me binnen schiet. De wandeling wordt langer. 10 minuten worden 30 minuten en ik heb nog steeds niks om mee vooruit te komen.
Het is heel wat om niet te weten waar ik over moet schrijven. Vooral nadat ik mijn lezers beloofd heb elke week een hoofdstuk online te zetten. En zelfs als ik dan weet wat ik moet schrijven, dan weet ik niet hoe. Iets precies willen schrijven zoals jij het voor je ziet in je hoofd kan heel lastig zijn. Toch moet ik op de een of andere manier altijd de drempel over stappen en gewoon wat proberen.
Ik eindig altijd weer achter mijn laptop, vingers rustend op het toetsenbord van mijn laptop. Ik moet het nu echt gaan schrijven. En dus beslis ik maar om een paar verschillende stukjes te schrijven, en te kiezen wat goed voelt. Dan ben ik op een gegeven moment aan het verder typen en dan is die blokkade in mijn hoofd ineens verdwenen. Soms heeft het gewoon wat tijd nodig.