Ik houd echt van mezelf, dat meen ik. Maar soms denk ik terug aan momenten uit mijn puberteit en dingen die ik heb geflikt; en dat weet ik niet zozeer of ik nou moet huilen of lachen. Zo is er die keer dat ik erg graag mijn wenkbrauwen wilde epileren. Niet omdat ik lelijke wenkbrauwen had of iets dergelijks, maar ik wilde zo graag lijken op Hannah Montana. Ik was twaalf en had haar wenkbrauwen flink bestudeerd, waarna ik thuis op zoek ging naar een pincet.
Je wenkbrauwen epileren is ten strengste verboden volgens de Islam, evenals een aantal andere soortgelijke dingen, maar toch wilde ik het per se doen. Na urenlang zoeken, gaf ik het uiteindelijk op. Mijn moeder had uiteraard geen pincet en het enige wat ik kon vinden was het scheermes van mijn vader. Dat moest wel lukken, dacht ik.
De adrenaline gierde door mijn lijf, terwijl ik in de kamer van mijn ouders stond met het scheermesje van mijn vader en een poster van Hannah Montana in mijn gedachten. Ik wist precies wat ik deed, ten minste: dat dacht ik.
Ik begon bij mijn uni-brow (die ik niet eens echt had) en startte met scheren. Ik noemde het epileren en was trots op mezelf. Ik zag mijn wenkbrauwen langzamerhand verdwijnen en begon op mijn idool te lijken, althans, dat dacht ik. Ik was erg blij en tevreden.
De dag zelf herinner ik me nog als gisteren, want ik probeerde me te verstoppen uit angst voor mijn moeder. Ze merkte aan de stilte dat er iets gaande was, maar wist nog niet precies wat. Maar daar stond ze uiteindelijk toch, in de deuropening, woest.
Vanaf dat moment werden alle scheermessen verstopt en mocht ik nooit meer aan mijn wenkbrauwen zitten. Daar zat ik dan, als twaalfjarige, een mooi aandenken van mijn eerste keer epileren, of beter nog: scheren.