In tweestrijd hang ik met mijn reet boven de toiletbril, omdat ik mijn nagels nét rood gelakt heb, maar vergeten was dat ik mijn menstruatiecup uit mijn vagina moest peuteren.
Ik heb me weer in een benarde situatie gewerkt, want dat ding moét er nu uit. Hij mag er namelijk maar twaalf uur in zitten. En hoewel dat klinkt alsof het tijd zat zou moeten zijn (en dat is het in theorie ook), ben ik absoluut in staat om het lot per ongeluk te tarten en de grenzen ervan op te zoeken. En dat heb ik nu dan ook gedaan. Hij zit er twaalf uur en één minuut in.
Mocht je niet bekend zijn met de menstruatiecup: het is een siliconen cup gemaakt voor eenieder die ongesteld wordt, maar een hekel heeft aan De Luier (maandverband) of De Kurk (tampons). Is het super en werkt het perfect? Nee. Ben ik wel eens doorgelekt terwijl ik in een drukke tram zat en liet ik toen tot mijn eigen horror een natte rode vlek achter op één van de stoelen? Absoluut. Maar dit is met maandverband en tampons nooit anders geweest voor mij. Daarnaast hoef ik, als ik het cupkreng gebruik, m’n schaamlippen niet in mijn eigen opgedroogde bloed te laten marineren of meermaals per dag een gortdroog pak watten uit een touwtje mijn vagina uit trekken. Bovendien kan die cup dus twaalf uur lang blijven zitten. Twaalf uur! Dat is hartstikke lang. En zo lang zit ‘ie er nu in, dus moet hij eruit. Maar het kan niet, want: natte nagels.
Het apparaat naar binnen duwen was de eerste paar keer nog best een dingetje, trouwens. Maar inmiddels ben ik een ware origamist. Keurig gevouwen gaat ‘ie erin, waarna de cup zichzelf uitvouwt van binnen – een opvallende sensatie, zeker de eerste paar keer – en dan voel je ‘m niet meer. Tot je hem eruit moet halen. Omdat ie vol zit, bijvoorbeeld, en je aan het doorlekken bent. En dan moet je heel hard hopen dat je op een wc belandt waar zich een kraantje bevindt. Want – om even de situatie te illustreren – je duwt ongeveer twee tot drie vingers naar binnen, trekt via de onderkant van het cupje eigenlijk een beker vol bloed naar buiten, wat je dan ook nog handig moet opvangen zodat het niet overal zit. En het stroomt natuurlijk ook je kut meteen uit, dus dan sta je daar in die wc met je handen vol kutbloed en je bovenbenen vol slijmslierten en een gore siliconen cup die helemaal bruin is geworden en stel, er is geen kraantje – dan is het al te laat om een andere vrouw even om een tampon te vragen. Die vraag is namelijk wél redelijk sociaal geaccepteerd. Iemand vragen om je te helpen een soort crime scene op te ruimen die je gecreëerd hebt met je eigen menstruatiebloed, is dat daarentegen (nog) niet. En dat snap ik ook.
Ik druk voorzichtig met mijn duim op een gelakte nagel om te testen of hij nog nat is. Een licht reliëf van mijn vingerafdruk blijft achter. Godverdomme.
Ik heb die cup er wel eens langer in laten zitten dan twaalf uur. Toen ik een keer strontlazarus thuis kwam bijvoorbeeld; en te scheel uit mijn ogen keek om mijn vingers mijn vagina in te kunnen mikken – laat staan er een uit- en opvouw trucje in uitvoeren. Om 06:00 uur ’s ochtends schrok ik toen wakker, in totale paniek, om vervolgens het hele ritueel uit te voeren met een half ingeslagen kater. Het ging niet goed. De cup was ver naar boven gekropen en had zich verder genesteld dan ooit, waardoor ik al mijn vaginale spierkracht moest gebruiken om te persen tot ik er met mijn vingers bij kon. Ik ben ervan overtuigd dat als dit een bevalling was geweest, ik dat kind er met een snelheid van 80 kilometer per uur uit had geschoten. Die cup zuigt zich vacuüm. Dat zie ik een baby nog niet zo snel doen.
Ik vind het verder wel lekker om ongesteld te zijn. Er zijn weinig momenten waarop ik me nog een beetje oers voel, maar die ene week is er wel één van. Bloed achterlaten op een stoel in de tram zou ik niet op mijn lijstje favoriete-en-trotse momenten zetten, maar tegelijkertijd kan ik daar ook niet zoveel aan doen. Het komt en het moet eruit, als een kneiterwoedende rivier die in z’n verwoesting ook besluit een tramstoel én mijn spijkerbroek met zich mee te nemen. Dat zie ik sperma nog niet zo snel doen. Sterker nog: ik heb in mijn leven menig man sperma weg zien vegen met een T-shirt dat toevallig in de buurt lag. Terwijl mijn kast vol ligt met prima onderbroeken die door de tijd heen onuitwisbare rode vlekken hebben gekregen, hoe vaak ik ze ook was. Het is niet eerlijk.
Twaalf uur en zeven minuten.
Ik trek het ding eruit. Er zit nauwelijks iets in – het zit er weer bijna op.
En mijn nagels zijn nog rood. Winst.