Hoe inclusief is de kunstwereld? Een belangrijk onderwerp waar veel over gezegd kan, én moet worden. Wij gaan erover in gesprek met de mensen die hier middenin zitten: van kunstenaars, directeuren en conservatoren tot galeriehouders. Deze week: Ratna Lachmansingh van het Leiden International Film Festival (LIFF).
Kun je wat over jezelf vertellen?
“Mijn naam is Ratna Lachmansingh en op dit moment ben ik verantwoordelijk voor de financiën, bedrijfsvoering en productie bij het Leiden International Film Festival. De komende editie wordt voor mij een spannende, omdat ik het stokje van de algemeen directeur ga overnemen.”
Super spannend! Hoe ben je eigenlijk in de filmwereld terecht gekomen?
“Mijn liefde voor film was er al vroeg bij en werd aangewakkerd nadat ik naar Labyrinth van Jim Henson met onder andere David Bowie was geweest. Maar het werd ook geprikkeld tijdens mijn studie Film- en Literatuurwetenschap, waar ik met name focuste op gender en identiteit.
Tijdens mijn studie was ik ook vrijwilliger bij het Leiden International Film Festival en werkte ik in een filmhuis.”
Een LIFF-member van het eerste uur dus. Welk deel van het festival spreekt je het meest aan?
“Films hebben de kracht om ons vanuit elk mogelijk perspectief een venster naar de wereld te bieden. Deze vensters kunnen transformeren, inspireren en verbinden. Wat ik zo waardevol vind aan het LIFF, is dat we juist een podium bieden aan die diversiteit en verschillende invalshoeken. Maar natuurlijk ook dat we de makers die normaal gesproken geen podium krijgen bij bioscopen in Nederland, wel een podium bieden bij ons.”
Heb je een lievelingsfilm?
“Per genre zou ik een lievelingsfilm kunnen noemen. Tijdens mijn studie was het de film Alien met mijn favoriete fictionele karakter Ellen Ripley. Hier heb ik ook mijn scriptie over geschreven. Ik vond haar rol als vrouw erg interessant, het veranderde in de loop van de verschillende delen. De functie die haar lichaam inneemt, eerst als vrouw en daarna als moeder van de alien is een heel interessante ontwikkeling. Maar je kunt me zeker ook wakker maken voor slechte rom-coms.”
Wie inspireert jou?
“Dat ligt ook weer heel erg uiteen. Ik kwam laatst een werk tegen van Jenny Holzer – wat ik zo mooi vind aan haar werk, is dat ze een hele functionele ruimte weet te transformeren zodat het relevant wordt en je elke hoek van die ruimte of installatie gaat bekijken. Op deze manier leeft het werk ook op een andere manier. Kunstenaars die voor elkaar weten te kunnen krijgen dat je iets vanuit een ander perspectief gaat bekijken, vind ik erg knap.”
Hoe inclusief is de kunstwereld volgens jou?
“Als ik in een sentimentele bui ben, kan ik soms een geromantiseerd beeld hebben van de kunst en kunstenaar. Dan heb ik het idee dat de kunstenaar en diens kunst de weg wel vindt. Tegelijkertijd weet ik dat dit niet alleen een geromantiseerd beeld is, maar ook wat naïef. Mensen zijn ook een product van hun omgeving en zo’n omgeving kan ervoor zorgen dat je je niet kunt ontwikkelen tot je volle potentie.
Daarnaast kan het dominante discours ervoor zorgen dat er niet altijd ruimte is voor eigenzinnige perspectieven, dus ik denk ook dat je daar als culturele instelling bewust van moet zijn.
Ik denk dat we door de jaren heen iets inclusiever zijn geworden, maar het is altijd een proces waarin je je bewust moet zijn van de vooroordelen die er zijn, zodat je er aan kunt blijven werken.”
Wat voor advies zou je iemand die de filmwereld wil betreden meegeven?
“Pak de ruimte die je nodig hebt en durf de stap te maken. En oriënteer en experimenteer veel met de dingen waar je goed in bent. Uiteindelijk vind je zo je weg.”