In 2018 organiseerden wij onze allereerste Titty Talk: een first date met 40 feministen. Een inspirerende ontmoeting tussen activisten, feministische organisaties, kunstenaars en journalisten. Allemaal proberen ze op hun eigen manier een positieve verandering teweeg te brengen. Alleen wie zijn die feministen nou eigenlijk en waar staan ze voor? Wij stellen je ze voor in onze reeks: De Arty Beldate!
Dit keer spreken we met Aimée de Jongh. Ze is een prijswinnende graphic novel-auteur en animator, wiens boeken in meer dan 30 landen zijn gepubliceerd. We praten over haar nieuwe boek Lord of the Flies, de Bechdel test en de opkomst van queer stemmen in graphic novels.
The Tittymag: Hoi Aimee, wat inspireerde je om graphic novels te maken?
A:Ik heb altijd veel getekend, dat begon al op de basisschool. Ik las ook veel stripboeken meerdere keren en dan tekende ik die na. Zo las ik veel Robbedoes en Kuifje, in dat soort verhalen kon ik me helemaal verliezen. Het voelde alsof ik naar een film keek, dan was ik echt even ergens anders. Later ontdekte ik manga, dat zijn Japanse stripboeken. De manga Akira, was een grote inspiratie voor mij. Dat is een post-apocalyptisch verhaal, prachtig getekend. Zoiets wilde ik ook maken. Voor mij was het een natuurlijke stap om mijn eigen verhalen op te schrijven en daarbij tekeningen te maken.
TTM: Hoe heb je toen van je passie je werk kunnen maken?
A:Ik had nooit gedacht dat dit mijn werk zou worden! Toen ik ging studeren waren er in Nederland niet veel mensen die graphic novels maakten als baan. Daarom besloot ik een opleiding animatie te volgen aan de kunstacademie in Rotterdam. Ik kreeg daar veel lessen over filmanalyse, maar ook teken- en storyboarding lessen. Die waren nuttig voor zowel animatie als striptekenen. Mijn strips, die ik in mijn vrije tijd maakte, werden daarom ook steeds beter. Ik dacht dat ik na school zou werken in een animatiestudio voor televisie of film, maar tijdens mijn studiejaren plaatste ik mijn strips online waardoor ik in contact kwam met kranten en opdrachtgevers. Zo kreeg ik genoeg opdrachten om na mijn studie fulltime als striptekenaar aan de slag te gaan. Ik had vooral geluk dat ik mijn passie meteen als werk kon uitoefenen.
TTM: Wil je iets vertellen over je proces? Begin je bijvoorbeeld met schrijven of tekenen?
A: Dit gaat meestal samen. Ik ben een visuele denker, dus mijn zelfgeschreven boeken beginnen nooit met een volledig script. In plaats daarvan schets ik veel en voeg kleine tekstjes toe om te zien of het samenwerkt. Langzaam maar zeker krijgt het boek dan vorm door ruwe schetsen, doorstrepen en te kijken of het werkt. Na feedback van mijn uitgever kan ik overgaan naar het echte werk. De eerste versie is in zwart wit en is handgemaakt met inkt, daarna kleur ik het digitaal in. Een kleurenpalet kiezen blijft een moeilijk proces, soms werk ik uren aan een versie waarvan ik dan later vind dat de eerste versie beter was. Inmiddels heb ik wel meer vertrouwen gekregen in mijn smaak en weet ik wanneer ik moet stoppen. Toch blijft het proberen en schuiven totdat de sfeer van de scène goed overkomt.
TTM: Hoe doe je onderzoek voor een boek?
A: Ik doe altijd veel onderzoek, vooral met foto’s. Bloesems in de Herfst, bijvoorbeeld, gaat over twee ouderen die opnieuw verliefd worden. Ze maken zich echter zorgen over het ouder worden en zijn onzeker over hun lichamen. Ze zijn zestig plus, en alles zit niet meer zo strak. Voor dit boek heb ik veel foto’s gezocht van mensen van die leeftijd. Ook ben ik naar tekensessies gegaan om ook naaktmodellen na te tekenen. Ik moet eerst bestuderen hoe iets of iemand er uit ziet. Ik kan dat namelijk niet zomaar uit mijn hoofd tekenen, ondanks dat mensen dat vaak wel van tekenaars verwachten.
In Dagen van Zand komt een scène voor met een paard. Ik heb heel veel paarden nagetekend. Zoals een muzikant een muziekstuk bestudeert, moest ik leren hoe een paard eruitziet. Voor dat boek heb ik ook een reis naar Amerika gemaakt om onderzoek te doen over een historische periode in dat land. Ik heb interviews gedaan, foto’s gemaakt en musea en archieven bezocht. Die reizen waren echt heel gaaf. Het moeilijkste van onderzoek doen is het stoppen, of weten wanneer je moet stoppen. Ik wilde alle details weten. Uiteindelijk moet je ook gewoon beginnen aan het boek, anders ben je een jaar bezig zonder dat het echt iets toevoegt aan het verhaal.
TTM:Hoe was het om Lord of the Flies in jouw stijl te vertalen? En voelde je druk om trouw te blijven aan het origineel?
A: William Golding, de schrijver van het origineel, was een Britse man. Hij was leraar en heeft gevochten in de Tweede Wereldoorlog, een totaal andere achtergrond dan ik. Dat maakt mijn versie meteen anders. Met mijn versie van het boek wordt ook het zeventigjarig bestaan gevierd van Lord of the Flies. Sommige stukken in het boek zijn in 2024 wat controversiëler en ik heb daarom bewust een paar zinnen weggelaten die ik niet passend vond. Bijvoorbeeld de stukken over het pesten van een jongen met overgewicht; op een gegeven moment was dat duidelijk genoeg en was verdere herhaling van bepaalde woorden niet nodig.
Ik hoop dat mensen die het origineel gelezen hebben het verhaal kunnen herkennen, maar ik wil ook nieuwe lezers aanspreken. Veel jongeren lezen weinig, en ik wil hen nieuwsgierig maken naar het origineel of soortgelijke boeken. Tijdens mijn boek tournee heb ik lezers ontmoet die het origineel er ook bij hebben gekocht omdat ze die bijvoorbeeld altijd al wilden lezen. Dat vind ik heel leuk!T
TTM: Hoe lang ben je bezig met een boek als deze? En hoe voelde het toen het af was?
A: Voor dit boek was ik twee jaar fulltime bezig, wat best wel snel is. Ik heb daarvoor hele lange dagen gemaakt en ook avonden doorgewerkt. Met normale werkweken had ik er denk ik wel drie jaar over gedaan. Vanwege het zeventigjarig jubileum was er een strakke deadline. Het boek moest op dezelfde dag in meerdere landen en talen gepubliceerd worden.Daarom moest ik het in februari af hebben, terwijl het pas in september uitkwam.
Het internationale aspect gaf best wel wat druk omdat ik normaal voor maar een uitgever werk. In dit geval waren er veel andere uitgevers waar ik geen contact mee had. Deze uitgevers kopen zo snel mogelijk de rechten voor het boek, voordat anderen ermee vandoor gaan. Op dat moment is het boek nog helemaal niet af. Ik vond dat best spannend, want wat als ze mijn versie uiteindelijk helemaal niet goed vonden? Toen het boek er eenmaal stond, was ik eerlijk gezegd blij dat het überhaupt af was gekomen!
TTM: In jouw boek Zestig Lentes komen thema’s van female empowerment en identiteit voor. Werk je graag met deze thema’s?
A: Het scenario voor Zestig Lentes kreeg ik van een vriendin uit Frankrijk die voornamelijk kinderboeken schrijft. Ik vond het meteen interessant. De stripwereld was lange tijd een mannenwereld. Vroeger waren strips vooral voor jongens. Die jongens zijn nu volwassen en kopen nu nog steeds strips uit nostalgie. De meeste vrouwen hebben dat niet. Als meisje was ik een van de weinigen die strips las. Daarom vond ik het juist verfrissend dat dit boek voor vrouwen van rond de zestig bedoeld was, een totaal onbekend publiek. Het boek gaat over een vrouw die haar seksuele geaardheid herontdekt. Voor vrouwen van die leeftijd is het nog best een taboe om te kiezen voor jezelf. Als moeder wordt je namelijk altijd geacht om alles voor je kind of je gezin te doen. In dit boek kiest een moeder op leeftijd juist voor zichzelf en dat vond ik zo verfrissend! Ik ging met alle plezier aan de slag. Zo een boek zou ik graag nog eens willen maken.
TTM: Wat zou je willen zeggen tegen vrouwen die denken dat strips alleen voor kinderen of mannen zijn?
A: Ga eens naar een strip- of boekenwinkel en blader lekker door de graphic novel afdeling. Een graphic novel kan echt over van alles gaan. Bijvoorbeeld over persoonlijke verhalen, zoals queer zijn of het omgaan met ziekte, maar ook over historische gebeurtenissen zoals de Tweede Wereldoorlog. Ik heb laatst een gelezen die alleen maar over eten ging. Als je online gaat browsen, ontdek je minder snel wat er precies bij je past. Je moet de boeken echt in handen hebben om te weten welk verhaal en illustraties bij je passen. Graphic novels zijn voor iedereen!
Foto door Bob Bruyn
TTM: Je maakt ook werk als graphic journalist. Kun je hier iets over de kracht hiervan ten opzichte van traditionele journalistiek?
A: Meestal begin ik zo’n project uit interesse. Ik benader een krant met een onderwerp dat ik interessant vind en actueel is. Als journalist ben je anders aan het werk dan als graphic novel tekenaar. Je hebt bepaalde codes waar je je aan moet houden, zoals bijvoorbeeld “één bron is géén bron”. Bij het asielcentrum in Ter Apel heb ik meerdere mensen gesproken, van het Rode Kruis tot de asielzoekers. Ik verzamel informatie, maak notities maar ook schetsen en visuele aantekeningen.
Als tekenaar heb ik veel meer voordelen dan een persoon achter een (video)camera. Ik ben bijvoorbeeld in een vluchtelingenkamp op Lesbos geweest waar geen journalisten mochten komen. Camera’s waren al helemaal verboden. Met alleen mijn schetsboekje en een potlood mocht ik wel naar binnen. Op plekken waar ik niets mee mocht nemen, probeerde ik alles wat ik zag in mijn hoofd op te slaan. Wanneer het kon, liep ik rond met een dictafoon en beschreef ik alles. Later in mijn hotel kon ik dat weer afspelen en er tekeningen bij maken. De krant is erg betrokken bij het proces. We overleggen vaak en ze checken mijn schetsen. Het is een hele andere manier van werken dan bij graphic novels.
Ik maak ook portretjes van mensen. Bijvoorbeeld in Ter Apel, waar de kinderen erg blij waren met de tekeningen die ik hen gaf. Als ik ze de volgende dag weer zag, lieten ze trots die tekeningen zien. Zo hoop ik dat ze zich gezien voelen, niet een alleen een anonieme nummer.
TTM: Hoe voelt het om in de Kunsthal te exposeren?
A:Het is heel bijzonder, omdat ik zelf vaak in de Kunsthal ben geweest, als kind al. Mijn ouders zijn allebei grote museum liefhebbers, dus we gingen vaak als gezin. Ik had nooit gedacht dat ik daar ooit zelf zou exposeren. Misschien honderd jaar na mijn dood, maar zeker niet nu. Curator Charlotte Martens kende mijn werk al en had het idee voor de tentoonstelling. Ze had me gezien in Het Klokhuis, waarin ik uitlegde hoe ik in mijn atelier te werk ga. Ze nam contact op en we hebben een paar keer gesproken over de tentoonstelling. Eerst dacht ik dat het een groepstentoonstelling zou worden, maar al snel bleek dat het alleen mijn werk zou zijn! Mijn eerste reactie was: hoe krijg ik die zaal vol? Het voelt nog steeds bizar.
Ik hoop dat een nieuw publiek kennis maakt met strips. In de Kunsthal komen mensen die geïnteresseerd zijn in (moderne) kunst, niet per se de mensen die je op stripbeurzen vindt. Veel mensen denken bij het woord stripboeken meteen aan Donald Duck en associëren ze met kinderen. Ik hoop dat mensen de schoonheid van strips kunnen ontdekken en na het zien van mijn tentoonstelling zich er meer in gaan verdiepen. Zo kom je er achter dat stripboeken voor iedereen zijn.
TTM: Hoe ziet de komende tijd er voor jou uit? Zijn er nieuwe projecten in de maak?
A: De komende tijd ben ik druk met een boek tournee. Ik moet nog naar het buitenland voor een paar interviews en panels op festivals. Ik ben veel weg en daardoor kan ik me niet echt focussen op een nieuw boek. In januari wil ik weer gefocust aan het werk met iets nieuws. Het wordt een boek dat gaat over migratie. Dus de thematiek die ik gebruik in graphic journalism ga ik in de vorm van een graphic novel maken.
TTM: Zijn er graphic novels rond het thema feminisme en identiteit die jij zou aanraden?
A: Ja, een klassieker is Persepolis. Het is een autobiografische graphic novel over de auteur Marjane Satrapi die zich in Iran probeert te ontwikkelen tot een moderne vrouw. Echt een prachtig boek waar ook een animatiefilm van is. Een andere goede auteur is Alison Bechdel. Zij is ook wel bekend van de Bechdel Test. Dit is een test die toepasbaar is op boeken en films en heeft drie regels: In het boek of film moeten minstens twee vrouwen voorkomen, die met elkaar praten en dat gesprek mag niet over mannen gaan. Het is bedoelt om te tonen in hoeveel verhalen de vrouw nog een ondergeschikte rol heeft aan de man. In veel films speelt de vrouw een soort seksobject of versierrol, bijvoorbeeld in Star Wars. Die heeft de test dus niet gehaald. Het zal je verbazen hoeveel beroemde films en boeken niet aan die norm voldoen, er is zelfs een website van.
Alison Bechdel is dus de bedenker van die test maar maakt ook prachtige autobiografische graphic novels. Deze gaan allemaal op een bepaalde manier over feminisme of uit de kast komen als lesbische vrouw. Haar bekendste boek is Fun Home, dat een afkorting is van Funeral Home omdat haar ouders een begrafenisonderneming hadden. Daar gaat het boek over.
TTM: Merk je dat er ontwikkelingen zijn in de wereld van graphic novels, specifiek rond feminisme?
A:Ja, vooral in het buitenland, bijvoorbeeld in Amerika en Canada. Hier domineerden superhelden strips vooral, echt bedoeld voor jongens en mannen. Nu worden daar strips steeds meer omarmd door de queer community. Op graphic novel festivals is het grootste deel van de makers queer of trans. Ze hebben de strip ontdekt als een manier om zichzelf te uiten, hun verhaal te delen en herkenning te vinden bij elkaar. Ook hier in Nederland zie ik dat steeds meer gebeuren. Er ontstaat zo echt een queer scene in de stripboeken wereld, die hun stem laten horen. Dat is mooi om te zien, omdat het belangrijk is dat juist dit soort stemmen en perspectieven in graphic novels of strips voorkomen.
TTM: Wat zou je beginnende graphic novelists mee willen geven?
A: In de filmwereld zeggen ze vaak “write what you know.” Dat geldt ook voor graphic novels. Kies een onderwerp waar je ervaring mee hebt, iets wat dicht bij je ligt. De beste verhalen komen uit persoonlijke ervaringen omdat ze zo puur zijn. Als ik een boek over wielrennen of voetbal zou maken, zou dat niet goed zijn omdat ik daar geen interesse in heb. Kies onderwerpen die je echt aanspreken, en blijf dicht bij jezelf. Dat klinkt misschien cliché maar ik vind dat echt belangrijk. Hoe meer stemmen we horen van vrouwen of queer makers, hoe diverser het aanbod. Dat is alleen maar goed!
Check de tentoonstelling Storylines, die van 5 oktober tot 2 februari te zien is in de Kunsthal Rotterdam. Lord of the Flies is te vinden in verschillende boekhandels en online. Meer weten over Aimee? Ga naar haar website: https://www.aimeedejongh.com/home.html
by Thyra Margarita