Hoe inclusief is de kunstwereld? Een belangrijk onderwerp waar veel over gezegd kan en moet worden. Wij gaan erover in gesprek met de mensen die hier middenin zitten: van kunstenaars, directeuren, conservatoren tot galeriehouders. Dit keer spreken we hierover met de Rotterdamse kunstenaar Kénisha Dors.
Hoe zou je jezelf omschrijven als kunstenaar?
“Ik zou mezelf omschrijven als een kunstenares die niet bang is om te laten zien wat echt is. Ik werk niet vaktechnisch, maar vanuit emotie, waardoor mijn werk een weerspiegeling is van mij. Je kunt mijn kunst samenvatten als representative black art.’’
Wie zijn jouw grootste inspiratiebronnen?
“Ik heb qua kunstenaars eigenlijk niet echt mensen waar ik naar opkijk.
Wel moet ik zeggen dat ik het werk van Britney Austins héél mooi vind. Maar mensen die mijn werk inspireren? Nee, die heb ik niet echt. Het zijn meer ervaringen in het leven en situaties die mijn werken beïnvloeden, op basis daarvan ga ik aan de slag.
Ik doe altijd mijn eigen ding, maar de mens zelf, in het algemeen, inspireert mij zeker wel.”
Hoe inclusief is de kunstwereld volgens jou?
“Het is zeker niet genoeg. Als je naar een museum gaat en kijkt naar de namen van de kunstenaars, zijn het voornamelijk witte mensen. Het is vanzelfsprekend dat de schilderijen van vroeger natuurlijk voornamelijk door witte mensen werden gemaakt, omdat zij ook de mensen waren die er meer mee bezig kónden zijn. Dat snap ik wel hoor, maar het kan nu zeker anders. Al moet ik zeggen dat ik wel merk dat musea en organisaties tegenwoordig inclusiever te werk proberen te gaan. Er zit dus wel verandering in, maar het kan altijd beter.”
Hoe kan het nog beter?
“Ik weet dat veel musea kunst willen laten zien van kunstenaars die echt op de kunstacademie hebben gezeten en een diploma hebben, maar daar ben ik het niet mee eens. Waarom moet je een opleiding hebben gedaan om kunst te maken? Het is kunst, het heeft voornamelijk te maken met creativiteit. Ja, techniek komt erbij kijken, maar dat valt aan te leren. Ik zie persoonlijk liever een kunstwerk vol emotie, dan een kunstwerk dat volgens de regels goed is gemaakt. Als musea zich minder aan die richtlijnen zouden houden, zou er een hoop veranderen. Dus: een open blik op de kunst, geen dingen uitsluiten, juist openstaan voor andere culturen en gehoor geven aan de stemmen die niet zo luid zijn.’’
Wat voor tip zou je geven aan andere creatievelingen van kleur?
“Blijf dicht bij jezelf staan en doe het voor de kunst en de boodschap die je mee wil geven.
Ik denk dat je dan echt wel gehoord gaat worden, misschien niet zo snel als je zou willen, maar het komt wanneer het komt. Ik heb ook wel momenten gehad dat ik wilde dat mijn werken meer gezien werden, maar op een gegeven moment moet je dat loslaten. Uiteindelijk schilder ik voor mezelf, dat de buitenwereld dat mag zien, is gewoon een cadeautje.’’
Wat is je grootste doel?
“Ik hoop dat één van mijn schilderijen ooit in een groot museum zal hangen; en dat mijn boodschap gehoord wordt. Wat ik het liefst wil, is dat zwarte kindjes die op mij lijken en mijn werk zien, denken: wow, dit is mooi, zo wil ik ook zijn. Het is belangrijk dat kinderen van kleur een positief zelfbeeld krijgen en als ik daar aan kan bijdragen, doe ik dat graag.’’
Wil je meer weten over Kénisha? Volg haar op Instagram!