Tijdens een vakantie op Bali heb ik ooit één dag in quarantaine gezeten. Elk jaar vieren de Balinezen Nyepi dag, een Hindoestaanse feestdag die ook wel bekend staat als de Dag van de Stilte. Gedurende 24 uur mag er niets gebeuren op straat. De bevolking mediteert, er wordt gevast en ook van toeristen wordt verwacht binnen te blijven. Ben je toch op straat te vinden, dan ontvang je een boete. Het doel van Nyepi dag is om boze geesten te verdrijven. Het enige geluid dat je kon horen was het paniekerige geblaf van de straathonden. Het plotseling luide getjilp van de vogels in Amsterdam in quarantaine tijd, doet mij denken aan deze Balinese traditie.
Stilte moet ik kunnen opzoeken en ik raak in paniek als dit andersom gebeurt. Al mijn hele leven woon ik in een drukke stad. Geen geluid, dat ken ik niet. Als Amsterdammer met liefde voor de stad, is het moeilijk om deze lange rust te accepteren. Mijn thuisbasis ligt aan ‘t IJ, dat bij hoge temperaturen volloopt met alle soorten mensen. Nu blijft het stil.
Ik mis de diversiteit en vriendelijkheid van mensen die je daar tegenkomt. Ik mis de inspiratie die ik daar uit haal. Deze tijd ben ik die blaffende hond op straat, wanhopig opzoek naar geluid. Nog nooit heb ik zo weinig gezien op straat. Vandaag staan er een paar jochies van zestien met scooters die stationair draaien voor mijn deur. De slechte beat van de muziek galmt over het IJ-water. Misschien dat ik zo vraag of het volume wat harder kan.