Zodra ze boks zeggen, « gelijk links rechts op d’r kanis » gonst het door mijn hoofd. De woorden komen van een legendarisch trainster en tevens uitbater van een gevestigde vechtsportwinkel. Ik krijg gratis advies bij m’n nieuwe bokshandschoenen en weken lang vraag ik me af hoe ik precies dit ga vormgeven.
Als de angst voor de partij me aanvliegt, dan ben ik vooral bang om overmeesterd te worden. Een diepgewortelde angst, angst voor onmacht. Misschien wel mijn diepste angst. Die biecht ik hier zo even op.
In de sparlessen is het me een paar keer overkomen dat ik niet genoeg antwoord had op een klein en explosief persoon dat dichtbij kwam vechten. Het gevoel dat het geeft om zoveel klappen te krijgen, maar niet genoeg terug te kunnen doen, dat raakt in de kern. Dat het een spelletje is, daar trekken je lichaam en z’n stofjes niets van aan.
Het was een hobbelige periode die laatste maand op de route naar de ring. Na maanden van vooruitgang kwamen er een paar weken die niet goed voelden. Ik moest iets technisch afleren en dat zorgde voor instabiliteit, ik zat niet lekker in mijn spel. Er was maar weinig tijd over en ik zou wel gewoon tussen die touwen door moeten op 7 juni.
Eind april liep ik een licht gekneusde rib op waarvan ik bang was dat die roet in het eten zou gooien en ook mijn neus zwol bij het kleinste tikje waardoor ik niet lekker kon ademen. Aan herstellen kwam die snotkoker nauwelijks toe want ik wilde door en ik werkte er omheen en zei niet tegen iedereen waar ik last van had om voortgang te blijven boeken.
Angst op angst op angst en toch was er ook rust en zelfvertrouwen.
Week na week sparde ik tien rondes met een fantastische vrouw, een A-klasse bokser met een enorm hart. Het was moeilijk om haar te raken, maar ik hield me staande en dat gaf me moed. Met mijn coaches en team oefende ik situaties, we sparden en werkten aan de ringconditie. Ik kreeg tips van geweldige mensen uit het werkveld.
Op eigen houtje ging ik toegewijd aan de slag met het mentale deel van mijn proces.
Iemand die komt kijken naar een bokswedstrijd ziet niet alles wat ervoor zit en welke focus nodig is om tussen die touwen door te stappen en hoeveel dat mentaal vraagt. En laat ik nou net niet zo’n geconcentreerd meisje zijn.
Aan de bak: ik mediteerde, visualiseerde, ik schreef mijn weg van de kleedkamer tot de bel helemaal uit, tot in detail. Ik ging naar yogalessen, sauna’s, een koelcel, een masseur, ik herhaalde affirmaties, schreef in een dagboek en ik keek bokswedstrijden van vrouwen op mijn gewicht.
Dat laatste deed ik ook vlak voor de wedstrijd om deze beelden en bewegingen mee te nemen in m’n onderbewuste. In de kleedkamer zocht ik de balans tussen ontspanning en hype.
Van tevoren was ik bang geweest emotioneel te worden als ik mijn supporters zag (ik ben dicht aan het water gebouwd), dus ik oefende in mijn hoofd met hoe het zou zijn. Dat ging goed! Ik genoot.
En daar, eenmaal in de ring, ging alles anders. Mijn tegenstander bleek precies wat ik niet hoopte en voor ik kon knipperen had ze me geslagen en stond ze in mijn aura.
Nooit van m’n leven heb ik zo’n hoge hartslag gehad en mijn benen voelden slap.
Toch speelde ik mijn spel. En de stoten die ik van tevoren visualiseerde kwamen wel. Ik had geen idee hoe goed het ging, maar ik won! Verbaasd nam ik de uitslag in ontvangst.
Alles kwam goed. Mijn lijf heelde op tijd, ik haalde op gezonde wijze het gevraagde gewicht, de noeste arbeid aan de mentale fitheid zorgde dat ik niet overspoeld werd. En dit hele proces met bloed, zweet en veel tranen heeft me voor goed veranderd.
Ga ik het nog een keer doen?
Ja! Maar wel pas over een tijdje.
Bedankt voor jullie medeleven de afgelopen tijd en tot snel!
by onze columnist Marije Boomsma