Het klinkt wellicht heel stom, maar liefde tonen tegenover je kinderen gebeurde niet vaak in ons huishouden. Ik moest er zelf achter komen of ik geliefd werd; en dat deed ik.
Wanneer wij ’s avonds als gezin beneden zaten en de tv aanstond, bracht mijn moeder altijd een hele schaal met fruit naar de woonkamer. Mijn vader, de man, sneed het fruit. Niet iets waar ik het mee eens was, ik vond het zelfs vreemd dat mijn moeder alles moest klaarleggen voor mijn vader. Het leek wel alsof we in de tijd van de jagers en boeren leefden; hij met het mes het fruit snijden en mijn moeder ervoor zorgen dat er fruit was (en dan was het ook nog allemaal voor hemzelf).
Maar wanneer we dan een gesprek hadden over politiek of voetbal (want daar waren we het vaak wel over eens, wat vreemd is, omdat ik een intersectionele feminist ben en hij iets is wat ik nog steeds niet kan plaatsen) en we elkaar even in de ogen keken, gaf hij mij onbewust of bewust toch een stukje fruit. Dat moment, is het moment dat ik koester.
Fruit is mijn obsessie, alle stukken fruit. Nu ik alleen woon, mijn eigen fruit was en snijd, denk ik terug aan dat mooie moment waar ik helemaal warm van word. Liefde is wat ik voel voor mijzelf. Dat stukje fruit is liefde. Soms, als ik weer eens een stuk fruit eet, denk ik terug aan de tijd dat ik een jong meisje was, klein en geliefd. Hoe ik dat merkte? Door dat stukje fruit van mijn vader vol liefde.