‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. Deze uitspraak werd natuurlijk gedaan door niemand minder dan mijn jeugdheldin, Pippi Langkous. Of misschien toch niet? Waar die exacte zin precies staat blijft namelijk een mysterie. Maar wat ik wel zeker weet, is dat ik onbewust een hoop heb geleerd van de vurige Pippi. Je komt niet iedere dag een kind tegen dat op 9-jarige leeftijd al op zichzelf woont.
Twee uitstekende rode vlechten, sproeten, mismatched kniekousen, veel te grote instappers en een aapje op haar schouders. Je kunt bijna niet niét van haar houden: Pippi Langkous. Of het nou komt door het boek, de tv-serie of de films. Of misschien wel allemaal. Dit uitgesproken meisje inspireerde mij als kind al met haar creativiteit en optimisme. En niet te vergeten, het feit dat ze een paard op kon tillen! Maar zelfs in 2019 vallen er nog een hoop levenslessen te halen uit het boek van Astrid Lindgren.
Pippi groeit op zonder ouders. Haar moeder is vroeg overleden en haar vader is gaan varen en nooit meer teruggekeerd (ook overleden dus, maar volgens Pippi koning van een eiland ver weg). Er is dus niemand die voor haar kookt, haar vertelt wanneer ze naar bed moet en ook niet onbelangrijk, iemand waar ze gewoon even mee kan kletsen. Behalve dan haar wat ongewone huisdieren: meneer Nilsson (een aapje) en haar paard, Kleine Witje. Maar dat zijn uiteraard wat eenzijdige conversaties.
Als kind hoor je op te groeien in een stabiele omgeving: onderdak, eten en drinken, kleding en de belangrijkste, een liefdevol gezin (groot of klein). Pippi daarentegen, moet op 9-jarige leeftijd al zelfstandiger zijn dan een heleboel ‘volwassenen’ beweren te zijn. En tegelijkertijd behoudt ze altijd het optimisme en de simpele logica van een kind. Ik denk dat we daar allemaal wel een voorbeeld aan kunnen nemen. Soms zijn dingen namelijk zo ingewikkeld als je ze zelf maakt. Zo analyseer ik elke stap die ik maak en elk woord dat ik uitspreek tien keer.
Maar behalve een mini-volwassene is het roodharige karakter ook nog eens super creatief. Ze is niet bang om haar fantasie de vrije loop te laten. Ze doét het gewoon. Alweer, zonder er al teveel over te piekeren. Pippi verzint de meest bizarre verhalen en vertelt ze alsof ze vraagt om het wifiwachtwoord in een hippe koffietent. Alsof het niks is dus. Want niks is te gek. En alles is leuk. Hoe mooi is dat? Eerlijk, ik ben jaloers. Als ik dat zou durven, zou de notities-app op mijn telefoon niet zo overvol zitten met al mijn gedachtes.
Goed, er is dus nog steeds een hoop wat ik kan leren van Pippi. Maar welke van haar gewoontes hebben zich wél onbewust geworteld in mijn dagelijkse gang van zaken? Op welke manier zijn mevrouw Langkous en ik hetzelfde? Ik ben de eerste die zal toegeven dat ik verre van perfect ben. Maar wat ik wel al mijn hele leven heb weten te doen, is dicht bij mezelf te blijven. Van jongs af aan werd mij duidelijk gemaakt dat ik ‘niet goed genoeg’ was. Er werd van mij geacht mijn identiteit te verbergen en me voor te doen als een ander. Alleen dan was ik de liefde waard. Maar een jonge, ietwat naïeve Shiek, ging daar niet mee akkoord. Wat resulteerde in klappen. Letterlijk. Gelukkig was Pippi er om mij te troosten. Ze herinnerde mij eraan dat ik nooit mijn integriteit moest verliezen voor een ander. En daar ben ik haar eeuwig dankbaar voor.