“Daar ga ik niet eens aan beginnen”, zei de docent na het horen van mijn voornaam. Ik hoorde de woorden wel, maar ze kwamen niet echt binnen. Mijn eerste instinct was om het weg te lachen; en nu heb ik spijt dat ik niets heb gezegd. Dus bij deze: het feit dat iemand een niet-westerse naam heeft, betekent niet dat je de keuze hebt om deze niet uit te spreken.
Ik ben het zat om mezelf kleiner te maken voor het comfort van witte mensen. De afgelopen jaren heb ik mezelf telkens voorgesteld als ‘Shiek’, om anderen niet tot last te zijn. Maar langzamerhand ben ik gaan beseffen hoe bizar die zin eigenlijk klinkt. Anderen tot last zijn met mijn voornaam? Hoe is dat überhaupt mogelijk? En waarom is dat mijn probleem? Dit is de naam die ik gekregen heb en daar moet iedereen, vooral ikzelf, gewoon mee leven.
Ik heb al mijn hele leven een hekel aan mijn naam. Het is pas twee weken geleden dat ik de moeite durfde te nemen om de betekenis op te zoeken. Hiervoor wilde ik er namelijk zo min mogelijk mee te maken hebben. Ik ontkende mijn naam en daarmee mijn bestaan, omdat ik van de buitenwereld te horen kreeg dat het niet oké was. Dat ik niet oké was. Negentien jaar lang hebben mensen mij dat gevoel gegeven.
Het correct uitspreken van mijn naam was onmogelijk; en wanneer het iemand lukte was die persoon getalenteerd. Alsof ik een uitzondering was die door sommigen geaccepteerd werd. Voor een paar mensen was ik de moeite waard om het te proberen, maar velen waren te lui of kon het niets schelen.
Destijds was ik jong en fragiel. Als je maar vaak genoeg tegen een klein meisje zegt dat ze het niet waard is, zal ze dat binnen de kortste keren gaan geloven. Maar vandaag ben ik dat kleine meisje niet meer; en realiseer ik me dat ik hier niet mee akkoord hoef te gaan. Ik hoef niet te accepteren dat anderen de moeite niet willen doen. Dit soort reacties zijn namelijk niet ‘normaal’. En ik houd niet langer mijn mond, want ik wil leven in een land waar kinderen geen afkortingen voor hun naam hoeven te bedenken voor het gemak van anderen.