Handelingen die een aantal weken geleden zo normaal leken, zijn inmiddels speciale momenten. Toen ik gistermiddag naar de tramhalte liep, dacht ik niet: ik moét naar de psycholoog toe. Nee, ik mócht weer. Ik mocht weer in de tram zitten en eindeloos naar buiten staren. Ik genoot altijd al van lange ritten, waarbij ik net kon doen alsof ik in een videoclip speelde, maar nu maakte het eigenlijk ook niet meer uit waar ik heenging. De rit er naartoe was belangrijker geworden dan de eindbestemming.
Daar zat ik dan, eindelijk weer in de tram, er was weinig veranderd en toch voelde alles anders. De wereld voelde afstandelijker, het was ieder voor zich, en tegelijk was ik nooit eerder zo enthousiast om in de tram te zitten. Het was alsof ik weer naar school ging om mijn cijferlijst op te halen, nadat ik te horen had gekregen dat ik geslaagd was voor mijn eindexamens. Alleen was ik dit keer vooral blij om op die blauwe stoel te zitten en de stad aan me voorbij te laten gaan.
Het is vreemd hoe snel je perspectief kan veranderen door bepaalde gebeurtenissen. Tijdens die rit van twintig minuten, zag ik een muurtje waar ‘fuck COVID-19’ op gespoten was, een familie eenden die ongestoord langs de kant van de weg zat en een gigantische rij voor de bakkerij. Dit waren niet eens de meest bijzondere dingen, maar inmiddels was alles dat er anders uitzag dan de vier muren van mijn slaapkamer hartelijk welkom. Ik probeerde daarom alles zo goed mogelijk in mezelf op te nemen, als een droge spons op zoek naar water.
Toen ik eenmaal uit was gestapt, liep ik langzaam richting mijn eindbestemming. De stem van Celine Dion raasde op een hoog volume door mijn oordopjes. Ik had de avond van tevoren namelijk een speciale afspeellijst gemaakt voor dit moment. Wat is er beter dan luisteren naar ‘It’s all coming back to me now’, nadat je een lange periode niet meer buiten bent geweest (de dagelijkse wandeling door de buurt uitgezonderd)? In een wereld waar het spannendste moment van de week boodschappen doen is, moet je zelf de slingers ophangen. Het beste maken van een vervelende situatie, is nooit mijn sterkste kwaliteit geweest. Maar nu leer ik dat zelfs de kleinste dingen je hele dag kunnen transformeren. Een ritje in de tram of even door het centrum van Amsterdam lopen, is soms alles wat ik nodig heb.