Op 8 maart 2021 lanceert The TittyMag in samenwerking met de Japanse retailer Uniqlo vier t-shirts naar aanleiding van International Women’s Day. De t-shirts zijn ontworpen door vier vrouwelijke kunstenaars van Nederlandse bodem. Twee van deze ontwerpers zijn Marina Heuvelman en Judith Pool. Wij ontvangen de dames in de digitale TittyMag-zoomkamer; en spreken ze over inclusiviteit, hun ervaring met het creatieve werkveld en onze samenwerking met Uniqlo. De Uniqlo UT shirts die door de kunstenaars customized worden, zijn onderdeel van de LifeWear lijn en filosofie. Op de simpele, verfijnde shirts mogen Judith en Marina hun creativiteit de vrije loop laten gaan, met als eindresultaat de perfecte blend tussen de visies van Uniqlo en The Tittymag.
Hoe zouden jullie jezelf omschrijven als maker?
Judith pakt een kopje koffie van buiten beeld, en neemt een slok.
Judith Pool: “Ik ben schilder, tekenaar en graficus en ik maak daarnaast ook installaties. Maar omdat ik in mijn makerschap uitstapjes wil maken, kan mijn eigen omschrijving over een tijdje zo weer veranderen. Het is lastig om één discipline te kiezen, dat voelt zo officieel. Je wil niet altijd onderdeel zijn van een label of een hokje, maar juist tegen de randen van het hokje aanduwen. Het kunstenaarschap en de verwachtingen die daarbij komen zijn ook deels verbonden aan het uit je hokje breken.”
Marina Heuvelman: “Wat ik uiteindelijk wil bereiken, is het zijn van een homo universalis. Ik wil alle disciplines kunnen combineren. Ik heb veel interesses en wil dat allemaal in mijn werk stoppen. Dat is wie ik ben.
Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met thema’s als politiek en wetenschap. Mijn werk moet altijd vloeien, daarom wil ik me niet te veel binden aan één discipline. En als je in hokjes denkt, is het belangrijk om in te zien dat die hokjes tijdelijk zijn. Soms zijn hokjes juist heel fijn voor houvast, mensen vinden het ook prettig om daarin te kunnen afbakenen. Het is belangrijk om erbij stil te staan dat je hokjes ook flexibel kunt bekijken; en dat het kiezen van een hokje tijdelijk mag zijn.”
Wat was de inspiratie voor jouw The TittyMag x Uniqlo shirt?
Judith Pool: “Ik surf en werk in de zomer op het strand; en heb ooit al eerder met shirts gewerkt die aansloten bij mijn surfende, zomerse leven. Daarnaast vind ik activisme aan mijn kunst en schilderijen koppelen nog moeilijk, maar in mijn shirts wil ik dat misschien juist wel doen. Ik zie uiteindelijk binnen mijn werk shirts voor me over kunst en klimaat, racisme, queer life en vrouwen. Voor het The TittyMag x Uniqlo shirt kan mijn insteek dus politiek worden; óf ik wil experimenteren met mijn schilderkunst op het shirt.”
Een bakje glitters en roze verf ligt al klaar op haar workstation.
Marina Heuvelman: “Ik ga het werken aan mijn shirt net zo aanpakken als met mijn tekeningen. Ik werk intuïtief: veel maken en dat deconstrueren. De stap die daarna komt, is de herhaling in mijn vrije werkstroom uitpluizen. Aan elementen die terugkeren, kan ik betekenissen aflezen. Zij vormen voor mij het narratief. Ik wil experimenteren, kijken wat er gebeurt en toevalligheden aflezen uit wat ik probeer. Wat dat uiteindelijk betekent, is dat ik wil gaan focussen op het lezen en ik achteraf pas weet waar het over gaat. Zo zet ik mijn proces centraal.”
Is er voldoende representatie in de kunstwereld?
Marina Heuvelman: “Er is niet genoeg ruimte in de kunstwereld, een grote groep krijgt onvoldoende kansen. Er wordt altijd een select gezelschap uitgelicht; en als je daarbuiten valt, loop je de kans op een platform mis. Er is niet genoeg ruimte in de manier waarop de kunstwereld is ingericht, als je niet tot het gekozen gezelschap behoort, kom je vast te zitten in een outsider-situatie. Om dat te doorbreken, probeer ik samen met peers dingen te organiseren.”
Judith Pool: “Het vormen van de kunstwereld begint al bij de kunstscholen en academies. De focus van academies en instanties is te veel gecentreerd rondom een klein groepje; en daarmee worden kansen bezet gehouden. Op het moment dat je daarbuiten valt, kunnen platformen inderdaad onbereikbaar worden. Er zijn zoveel verschillende vormen van kunst, die allemaal hun eigen plekje verdienen. Het is zonde wanneer dat niet gebeurt.”
Op welke manier kan het creatieve veld inclusiever worden?
Judith Pool: “Ik vind opnieuw dat daarin een verantwoordelijkheid bij de academies ligt. Op school werd ik beoordeeld door een team dat al een tijd op dezelfde positie zat, docenten van een andere generatie. Als je het niet goed kon vinden met een docent, dan kon je verwachten dat dat terugkeerde gedurende je schooltijd. De mensen die binnen de favorieten van steeds dezelfde docenten vallen, missen dan ook variatie.
En middelbare scholen zouden ook al meer aan kunstonderwijs kunnen doen. Voor de academies geldt: ga na wie de selectieprocedure uitvoert. Is dat team veilig voor iedereen, inclusief de mensen die in mindere mate gerepresenteerd zijn? Daar wordt naar mijn mening te weinig naar gekeken. Sommige docenten hadden onderling al competitie met elkaar, dat creëert een onveilige omgeving. Ik zou graag een snellere doorloop van docenten zien, niet dezelfde mensen voor een lange tijd op dezelfde posities.”
Marina Heuvelman: “Wat ik tegen de academies zou willen zeggen: wees strenger op het gedrag dat je toestaat, let op de woorden die je kiest, begin met verjongen en blijf ook scherp op de beoordelaars. Op de kunstacademie wordt concurrentie aangespoord onder de leerlingen, maar spoor juist ook eens aan om samen te werken. Zo’n mentaliteit begint op de academie, wij kunnen dat veranderen. We kunnen meer delen en geven dan we nu doen, in plaats van het belonen van een narcistische instelling en enkel plek innemen. De focus ligt verkeerd, het excuus ‘de kunstwereld is nou eenmaal hard’, wordt te vaak aangehaald.”
De dames knikken instemmend.
Is in het museum komen te hangen een haalbaar idee voor jullie?
Judith Pool: “Voor mij voelt dat niet als iets waar ik naar streef. Het klinkt daarnaast ook niet haalbaar, het voelt moeilijk om daartussen te komen. Ik vind juist het sociale en verbindende belangrijk, dat hoeft niet altijd via een museum. Het hoeft niet altijd op die ene prestigieuze manier, er zijn genoeg wegen. Het hoogst haalbare vind ik in contact komen en aanspreken van mensen die veilig voelen voor mij; niet aanpassen naar de heersende manier.”
Marina Heuvelman: “Ik vind het belangrijk om na te gaan wie mijn publiek is en voor wie ik het doe. Mijn focus ligt op dit moment niet bij musea, omdat zij nog een te hoge drempel hebben. Voor mij hoeft het tentoonstellen van mijn kunst niet altijd via het museum te gaan. Het kan voor mij veel lokaler, ik kan veel meer bereik en invloed uitoefenen op de omgeving waarin ik leef. Na de academie heb ik ervaren dat de academische benadering niet de enige manier is, de wereld daaromheen biedt zo veel andere expressies van kunst en succes.”
Wat willen jullie op werkgebied het allerliefst bereiken?
Judith Pool: “Ik wil een soort speeltuin of landschap gevuld met mijn eigen werk. Om dat te realiseren, deel ik dat nu in mijn hoofd op in kleine stukjes. Dat moet ik ook in verband met de ruimte die ik heb. Later, wanneer ik meer plek tot mijn beschikking heb, wil ik die elementen samenbrengen. Wat ik nog meer ambieer, is contact maken met mensen die likeminded zijn; en samenwerkingen daarmee faciliteren. Ik wil ook ooit onderdeel kunnen zijn van een platform waarop we de kunstwereld op een nieuwe manier kunnen benaderen, die ons als mens en maker beter past.”
Marina Heuvelman: “Ik wil meer fulltime aan de slag gaan met mijn eigen werk. Ik wil minder hoeven switchen in mindset, de hele dag in mijn eigen makers-mind kunnen zijn en alles doen wat ik wil. Ik wil een installatie-idee uitwerken waarin ik door mijn werk heen kan bewegen, waarin ik los kan gaan in mijn eigen werk. Ik wil meer exposeren op plekken als het UMC of universiteiten, bij wetenschappers, want daar ligt mijn achtergrond. De bouwstenen waarmee ik de wereld beter heb leren begrijpen, liggen daar voor mij. In ziekenhuizen heerst een andere mindset, patiënten en wetenschappers kijken daar op een andere manier naar mijn werk.”
Wat is het belang van vrouwelijke makers in de kunstwereld?
Judith Pool: “Ik ben alleen in contact gekomen met één bepaald type vrouwelijke kunstenaar toen ik opgroeide; en heel veel mannen. Pas tijdens mijn studie kwam ik in contact met veel interessante vrouwelijke makers. Er zijn zoveel vrouwen en non-binaire kunstenaars waar grotere representatie van zou moeten zijn, omdat ze zo veel moois maken. Het is confronterend om seksisme in het werkveld terug te vinden. Daarom vind ik het vet om mijn eigen zoektocht in het zoeken naar meer representatie bewust mee te maken; en misschien zelfs te documenteren. Ik zou willen dat met mij meer professionals gingen investeren in buiten je bubbel treden. Het is makkelijk om mensen aan te trekken die op jou lijken. Durf ongemak op te zoeken, durf een kunstenaar te promoten die nog niet eerder gepromoot is.
Ook wil ik structureel meer vrouwen in de kunst zien; en het niet voor het gemak opgedeeld zien worden in ‘feministische kunst’.”
Marina Heuvelman: “Er zijn zoveel vrouwen die kunst studeren, maar zoveel minder die in het establishment naar voren komen. In verhouding klopt daar nog niks van. We kunnen dat bevechten door de cognitive bias te beseffen. Het besef dat je niet actief uitsluit, maar er misschien wel momenten zijn waarin je daaraan bijdraagt. Je moet daar heel bewust en voorzichtig mee omgaan. Je doet het niet expres, maar iedereen heeft een cognitive bias. Het is belangrijk om ook jouw achtergrond daarin kritisch te bekijken; en los te breken van de vooroordelen die jouw achtergrond hebben meegebracht. Elke keer als je iets cureert, nagaan hoe het zit met jouw biases. Hoeveel perspectieven laat ik zien? Je zou op zoek moeten gaan naar ruimtes waarin jij je horizon gaat verbreden. Sta open voor verbazing en onverwachte situaties. Dat is wat je van kunst wil: nieuwe, onverwachte inzichten.”