De warme zon schijnt op mijn gezicht. Ik word wakker in mijn eigen huisje. Een huisje waar ik hard voor heb gewerkt, dat is ingericht naar mijn wensen. Een plantje hier, een goudvisje daar en een mooie woonkamer. Alles net en strak. Ik sta op en was mijn gezicht, poets mijn tanden en trek m’n mooiste jurkje aan, zelfverzekerd, want het wordt warm vandaag. Ik breng mijn haar in model en maak mezelf op, luisterend naar mijn favoriete artiest die op de achtergrond voor me zingt. Vervolgens verwen ik mezelf met de ijskoffie die ik zelf klaarmaak; wat koude koffie uit de koelkast van de vorige dag en de ijsblokjes worden niet vergeten, afgetopt met mijn favoriet, havermelk. Ik maak een heerlijk ontbijt, avocado toast met een laagje hummus. Nadat ik mijn planten water geef en mijn goudvisje voer kan mijn dag beginnen. Het wordt een mooie dag en een lange dag.
Daar loop ik dan, huppelend door de mooiste stad van Nederland. Ik voel me vrij. Niemand die mij verteld hoe laat ik ergens moet zijn, niemand die mij verteld dat mijn jurkje te kort of te strak zit en niemand die mij zegt dat ik teveel make-up draag. Ik kan mezelf zijn. Niemand die verteld hoe ik mij moet gedragen, niemand die beweert hoe verkeerd ik wel niet leef en zeker niemand die mij oplegt hoe ik mij moet voelen. Ik geniet, van de mooiste stad, de zon op mijn gezicht en de wind die mijn voorplukjes alle kanten op blaast.
Ik sta bij het concert van mijn favoriete artiest. Ik leef. Ik zing mee. Ik voel me vrij. Na afloop wil ik lopend naar huis. Mijn huis. Een hele lange wandeling. Langzaam word het nacht en de meeste lichten worden uitgedaan in diverse huizen om me heen. Ik voel de lucht afkoelen. De koude wind doet mij rillen. De maan die schijnt en de hemel vraagt alle aandacht. Het voelt goed.
Aangekomen bij mijn eigen huis, waar ik mijn eigen sleutels van heb, stap ik naar binnen. Ik kijk in de spiegel. Ik lach naar mezelf. Ik ben trots op mezelf. Glimlachend stap ik in de douche. Ik haal mijn make-up eraf, laat het water over me heen stromen. Ik poets mijn tanden, trek mijn favoriete zijde pyjama aan en stap in bed. Mijn bed. “Het was een mooie dag”, schrijf ik in mijn virtuele dagboek. Met een grote grijns val ik in een diepe slaap.
Heel even. Echt voor heel even liet ik me gaan. Verzonken in gedachten door de hooikoorts-pillen die me versuffen, dwaalde ik naar een wereld. Een wereld waar ik zou willen zijn, maar nog niet ben. Een leven welke ik voor mezelf wil zien, maar helaas nog niet zie. Heel even voelde het echt. Het leek allemaal zo dichtbij. Nog niet, dat vrij zijn, want dat kost wat. En daar, daar moet ik nog even voor sparen.