Ik wist niet dat het kon, totdat ik er ineens in zat. De overgang. Aan het begin van het hersteltraject van mijn eetstoornis werd er door de GGZ geadviseerd om te stoppen met de anticonceptiepil. Een natuurlijke menstruatie zou namelijk de beste maatstaf zijn om te bepalen of je lichaam herstellende is. En dat deed ik. Stoppen met de pil was overigens – naast herstellen van anorexia – één van de beste keuzes die ik voor mijn lichamelijke én geestelijke gezondheid heb kunnen maken. Dat herstellen ging met pieken en dalen en was zeker niet makkelijk, maar het ging vrij snel. Alleen die menstruatie bleef uit.
Het is natuurlijk niet gek, je lichaam krijgt zoveel te verduren in een korte periode. Maar toch was ik niet gerustgesteld. Afwachtend gingen de maanden voorbij en om me heen hoorde ik steeds meer verhalen over de eerste bloedingen. “Je lichaam heeft meer tijd nodig”, werd er dan gezegd. Maar ik wilde liever dingen uitsluiten dan afwachten – en zo belandde ik van de ene medische molen in de andere. Na meerdere echo’s, bloedtesten en gesprekken kwam daar het verlossende woord. In een telefoongesprek van tien minuten kreeg ik te horen dat ik in de overgang was, of was geweest. Mijn eicellen zijn op, oftewel, ik ben onvruchtbaar.
Officieel heet deze aandoening Premature Ovariële Insufficiëntie en overkomt het ongeveer 1 procent van de vrouwen – en nog minder van mijn leeftijd. “Had je een kinderwens?”, was de eerste vraag die me werd gesteld na het ontvangen van het nieuws. Het is ook het eerste waar iedereen die ik dit aan vertel meteen aan moet denken. Ergens is dat ook niet gek, maar aan de andere kant laat het zien in hoeverre er al vanuit gegaan wordt dat ik als vrouw een kind op de wereld zou zetten. En onvruchtbaarheid is niet het enige probleem, het gemis van bepaalde hormonen heeft ook negatieve effecten op de lichamelijke- en geestelijke gezondheid, en om die aan te vullen zit ik (jawel) weer aan de pil.
Maar eerlijk is eerlijk: mijn kinderwens was ook het eerste dat er door mijn hoofd schoot. Mijn toekomstdroom stortte in een klap in elkaar. Later begon ik hier meer over na te denken, was dit wel echt míj́n droom? Wil ik nu gewoon iets hebben, omdat ik het niet kan krijgen – of is het me van kinds af aan al opgelegd? Vanaf het moment dat ik zelf nog een baby was had ik al een Baby Born, toen mijn zusje werd geboren sleepte ik deze nieuwe, levende Baby Born overal mee naartoe in mijn te kleine poppenwagen. Op de vraag “wat wil je worden?”, was het antwoord altijd: moeder. Of ik het daadwerkelijk wilde – en nog steeds wil – daar ben ik nog niet helemaal uit. Maar gelukkig is het 2021 en heb ik verschillende opties. Genoeg stof om over na te denken dus, helaas.