“Je moet een beetje boos worden Marije, graaf, graaf”! De coach staat op de rand van de boksring als hij dit roept en ik graaf, braaf, naar het onmiskenbare eelt op mijn ziel. Ik moet inderdaad het vuurtje opstoken om met deze vermoeidheid mijn pit te behouden. Een kortte jab en een stevige rechtse landen op het gezicht van de roodharige jongen van middelgroot postuur die via Onefit in onze les terecht kwam. Zijn gezicht valt opzij onder mijn vuist, zoals in de film wanneer er op dramatische wijze, in slow motion, water uit de mond van de tegenstander vliegt.
De slomo stopt, nog twee harde body shots, net onder zijn ribben, in real time, misschien iets versneld. “Goed zo” zegt hij, ook de coach is tevreden. De bel gaat, de ronde is voorbij. Mijn ademhaling zit hoog, mijn hartslag nog veel hoger en mijn ogen vullen zich met tranen. Geen tranen die ik door omhoog te kijken of te slikken terug kan sturen. Een krachtige stroom breekt door de dammen, er is niets meer aan te houden. Ik zal hier nu janken als een klein kind, voor deze groep met onbekenden en mijn coach. Ik ben niet verdrietig, ik heb geen pijn. Iets in mij vindt een weg naar buiten, iets dat blijkbaar van heel erg diep moest komen.
De coach zegt nogmaals “goed zo, dit is mooi. Dit is goed en het is normaal. Jij laat het tenminste toe, dat kan niet iedereen en dit gaat je zo sterk maken. Het is zo mooi dat dit nu gebeurt en niet straks tijdens je wedstrijd, dat het je dan overvalt. Nu heb je tijd om te leren werken met je emoties!”
Nooit had ik, toen ik begon aan een sportief traject, gedacht hoeveel dit met me zou doen, hoe het me zou inspireren, activeren, motiveren, hoe het mijn leven, waarschijnlijk voor altijd, zou veranderen. En hoe ik blijkbaar mijn tranen zou laten vloeien. Liters. Bloed, zweet en echte tranen.
Er zijn weinig dingen die zo oer zijn, het Engelse woord “primal” vangt dat nog veel beter vind ik, als vechten.
Hoe lief of zacht ook, ieder mens heeft ergens een strijder in zich, en te leren werken met een stuk dat we binnen maatschappelijke normen zo moeten verdringen, voelt heel bijzonder. “Agressie is verkeerd”, wordt ons een heel leven aangeleerd. Maar het is evengoed een emotie en om dat ongetemde deel de ruimte te mogen geven in de ring, juist ook als vrouw, voelt vreselijk bevrijdend. Zo puur. En dat maakt iets los.
Deze week krijg ik te horen of ik me mag voorbereiden op de bokswedstrijd in juni, of dat het beter is om aan december te denken. Het bericht hierover maakte me behoorlijk zenuwachtig. Ik wil juni, maar het is ook ineens heel snel en heel echt.
Stay tuned
Door onze Tittymag columnist Marije Boomsma