Ik lieg dus ik ben. Iedereen liegt. Iedere dag. Wel zo’n tien keer. Dat is echt waar, niet gelogen en ook niet aangedikt. Dat is door de wetenschap ooit onderzocht, dus dan is het een feit. Feiten zijn objectief, dat kun je meten met moeilijke formules en dan krijg je een waarde die in de juiste range valt en dan is het waarheid. Maar er zijn zoveel dingen in de wereld die we desperately in cijfertjes proberen te vatten zonder dat dat lukt. Waarom iemand op een bepaalde politicus stemt bijvoorbeeld of dat broccoli er misschien wel voor zorgt dat je minder snel kanker krijgt. Want verbonden aan deze vragen zit een mens, dat handelt vanuit een bepaalt perspectief. Die onbewust meeneemt wat ‘ie leerde als kind, zag op tv, zich herinnert wat die ene vriend er over zei en van daaruit associeert. En dat wat matcht, dat is dan vast waar. Dat klinkt logisch toch?
Maar als we nou eens slim zijn dan bedenken we dat iemand iedere dag wel tien keer liegt, dus ook je beste vriendin. Dan is het misschien wel zo dat het niet klopt wat ze zegt, ondanks dat ze bij hoog en bij laag beweert dat het wel zo is. Misschien is het maar een kant van het verhaal en moeten we het eens vragen aan de andere kant? Doe je dat wel eens? Eens heel goed luisteren naar wat die ander zegt, die ene waarvan je het gevoel krijgt dat ‘ie het echt niet goed begrepen heeft? Want misschien zit er in dat perspectief toch wel een kern van waarheid.