Bij ROSE stories verschenen in 2017 en 2018 de boeken Bedtijdverhalen voor Rebelse Meisjes (deel 1 en 2). Dit jaar is ‘Rebellen en dwarsdenkers’ het thema van de Boekenweek. Aanleiding voor Florence van ROSE stories om samen met The TittyMag vijf nieuwe, jonge, sterke, rebelse meisjes te interviewen. Als tweede spreekt ze fotograaf, schrijver en filmmaker Ruby Cruden!
Florence van de Haar: Dag Ruby! Welk boek is voor jou belangrijk?
Ruby Curden: Christiane F. van Kai Hermann. Het verhaal is persoonlijk, rauw en ongepolijst. Die elementen zijn voor mij grote inspiratiebronnen.
FvdH: Dat is wel een heftig boek, over een meisje dat vanaf haar 12e verslaafd raakt aan drugs en op straat leeft. Wat was jij zelf voor kind?
RC: Ik was op de basisschool best een kutkind, zoals ze dat dan noemen, heel driftig en snel boos. Dat gedrag past natuurlijk niet bij een meisje dus moest ik van school op een cursus om mijn emoties te beheersen. Vroeger werd ik heel gemakkelijk afgeschreven als een kind met een té grote bek. Op de middelbare school ging ik me daardoor heel erg inhouden waardoor ik eigenlijk heel verlegen werd. Ik ging van het ene naar het andere uiterste. Als ik terug in de tijd kon gaan zou ik tegen mezelf zeggen dat die balans heel belangrijk is. Natuurlijk is het goed om te leren je emoties onder controle te krijgen maar het is ook goed om dicht bij jezelf te blijven en niet een deel van jezelf weg te gooien. Er is een balans tussen vechten en over je heen laten lopen, zeg maar.
FvdH: Hoe zou je dat advies in een zin samenvatten?
RC: “Be soft, be kind, but take no shit.”
FvdH: Wat is een rebel volgens jou?
Het woord ‘rebel’ heeft absoluut een positieve connotatie voor mij, het is iemand die zich niks aantrekt van de mening van anderen. Rebel-zijn is een mooie kwaliteit; eye-opening en verfrissend in plaats van saai en meegaand. Een rebel gaat ook niet zomaar overal doelloos tegenin, het is eerder een soort leider. Iemand met de ‘I don’t take no for an answer’ mentaliteit.
FvdH: Heb jij die mentaliteit ook?
RC: Ja!
FvdH: Wanneer kwam die mentaliteit bij jou van pas?
RC: Toen ik bij VICE werkte had ik, vond ik, een heel vet idee voor een artikel. De redacteuren keurden mijn artikel alleen direct af. Ik was het daar écht niet mee eens want ik zag heel veel potentie in het stuk. Toen heb ik gewoon i-D Magazine UK gebeld en het daar naartoe gestuurd. Even later werd het gepubliceerd en ging het artikel viral. Als mensen tegen je zeggen dat je genoegen moet nemen met een afwijzing of dat je je ergens bij neer moet leggen: nooit doen!
FvdH: Ga je in je werk altijd tegen de stroom in?
RC: Mijn werk komt wel vaak voort uit dingen waar ik het niet mee eens ben. Ik werd bijvoorbeeld gevraagd om mee te werken aan een project over straatintimidatie, dat was voor mij heel belangrijk omdat dat onderwerp me echt aan het hart gaat. Toen moest ik denken aan mijn moeders advies voor zulke situaties: tel tot tien. Als iemand aandacht van me wilde op straat of iets naar me riep, moest ik van haar tot tien tellen om rustig te worden. Alleen, in die tien seconden werd ik niet rustig, maar alleen maar kwader. Ik kan heel slecht omgaan met de combinatie van kwetsbaarheid en machteloosheid, ik kan niet tegen onrecht. De foto’s die ik daarover heb gemaakt zijn een visualisatie van wat er in die tien seconde in je hoofd gebeurt: de gedachtes die je hebt, de woede, de herhaling van het tellen. De serie heet ook Count To Ten.
FvdH: Waar kwam dat advies om tot tien te tellen vandaan?
RC:Mijn moeder kent me heel goed. Ze weet natuurlijk dat ik het liefst terug schreeuw of mijn middelvinger opsteek. Als ik op die manier reageer, wordt het gevaar in haar ogen alleen maar groter. Straatintimidatie is iets waar ik veel mee te maken heb gehad, en nog steeds heb. Vorige week nog liep ik over straat en riepen twee jongens iets naar mij. Toen riep ik heel hard terug: “Sorry, wat zeg je? Ik versta je niet!”.
FvdH: En toen?
RC: Toen niks. Ze verwachten ook helemaal geen reactie. Vaak willen ze niet eens echt iets van je maar het hele ding is dat ze niet doorhebben hoe vervelend het is. Door mensen erop aan te spreken, zoals ik dan toch doe, hoop ik ze iets te leren. Dat je niet zomaar iets kunt roepen, of iemand zomaar mag aanraken.
FvdH: Dit zijn vreemden, hoe doe je dat met vrienden?
RC: Met vrienden is het vaak een stuk lastiger. Veel jongens denken dat ze bepaalde aanrakingen of opmerkingen kunnen maken ‘omdat je bevriend bent’. Alleen dat is nou precies het ding, van hen wil je juist niet dat het gebeurt! Ik schroom niet om daar iedere keer opnieuw weer iets van te zeggen. Ik zie het als mijn plicht om dat te doen. Ook al ben je bevriend, het is nog steeds mijn lichaam en mijn comfort.
FvdH: Wat betekent feminisme voor jou?
RC: Feminisme is voor mij echt opvoeden en uitleggen. Educate. Mensen vertellen waarom iets wel of niet kan. Het ‘waarom’ is zo belangrijk maar wordt soms overschreeuwd. Ik denk dat feminisme daarom soms wordt ontvangen als iets agressiefs, omdat het vaak activistisch wordt uitgeoefend. Feminisme en activisme gaan hand in hand, maar zijn niet hetzelfde.
FvdH: Welke andere onderwerpen wil je nog behandelen in je werk?
RC: Diversiteit, gendergelijkheid, de ballroom scene. Ken je dat? De ballroom scene is een safe haven waar gendergelijkheid en diversiteit gevierd wordt, wat in mijn ogen niet genoeg gebeurt. Dit zou ik heel graag vast willen leggen in een serie.
FvdH: Welke drie boeken staan op jouw lijstje?
RC: Ik kies drie fotoboeken: Way Far van Ryan McGinley, Rubbish, Dipping sauce, Grass peonie bum van Maisie Cousins en Coming of Age van Petra Collins. Ryan McGinley was een van de eerste fotografen waar ik verliefd op werd. Zijn werk heeft een vrije, ongepolijste vibe dat de mens in al zijn vormen viert. Dat vind ik prachtig. Maisie Cousins weet de mafste dingen die misschien niet als aantrekkelijk beschouwd worden op een manier vast te leggen waarop het een hele nieuwe betekenis krijgt; die gedachte spreekt me heel erg aan. Tot slot; Coming of Age: Het onderwerp volwassen worden heeft een bepaalde tederheid en rauwheid wat me ontzettend fascineert. Ook kan ik me in de melancholische sfeer van Collins’s werk erg vinden.
Florence van de Haar is gastcolumnist bij The TittyMag! Speciaal voor de Boekenweek maakt ze deze interviewreeks in samenwerking met The TittyMag en ROSE stories. Er komen nog veel meer interviews aan, dus houd onze site goed in de gaten!