Mijn ambitieuze collega, mijn moeder, mijn activistische vriendin, mijn sociale vriend, mijn liefdevolle collega, mijn oma, mijn gedreven journalistieke vriendin, mijn trouwe vriendin, mijn vader, mijn favoriete presentator, mijn broer. En ik ben nog niet klaar. Ik heb ze allemaal om me heen. En ik wil niet kiezen tussen de ene en de ander. De ene kan ik aan het einde van de dag bellen, de ander aan het begin.
De ene is de persoon die me opvangt. En de ander die me aanspoort. Ik kan ze alles vertellen. En dat doe ik ook. De ene vertel ik over mijn dromen. En de ander over mijn nachtmerries. De ene helpt mij die realiseren. En de ander helpt me die te voorkomen. Ik droom en heb nachtmerries. En dat weten ze. De ene is mijn luisterend oor en de ander de raadgever. Kritisch kunnen ze ook zijn of soms wat streng.
De ene is is mijn grenzenbewaker en de ander sleept mij erover heen. Ik kijk naar ze met bewondering en gun ze de wereld. Allemaal bewonder ik ze om iets anders en ik gun ze allemaal een ander stukje. Wie mijn voorbeeld is? Ik ga niet kiezen.
Samen zijn ze mijn alles.