Ik – Fee Roelofsen – kom uit een klein dorpje genaamd Ommel. In dit dorpje wonen zo’n 1500 inwoners. Zelfs mijn vrienden die uit de omgeving komen, maken Ommel altijd uit voor een ‘boerengat’. Als jong meisje was ik altijd aan het dagdromen over hoe het zou zijn om te verhuizen naar een grote stad. Maar ik had nooit gedacht dat ik op 19-jarige leeftijd ook echt naar Amsterdam zou kunnen verhuizen.
Oké, het is dan misschien niet het grachtenpand op de Keizersgracht, wat ik voor ogen had toen ik 12 jaar oud was. (Mijn 12-jarige ik wist niet hoe de huizenmarkt nu zou zijn en dat alles zó ontiegelijk duur zou zijn.) Maar het is me toch gelukt: ik woon nu al vijf maanden in Amsterdam. Dus hier komen een aantal punten die mij zijn opgevallen aan deze stad.
Punt 1: Politiepaarden zijn niet gek
Ik was aan het werk bij mijn nieuwe bijbaan toen ik hier nog maar net een maandje woonde. Terwijl ik aan het kletsen was met mijn collega’s, keek ik naar buiten en zag ik twee grote politiepaarden staan. Ik keek mijn collega’s geschrokken aan en zei “Holy shit, wat is er aan de hand?!”. Ik dacht dat er weer een rel was uitgebarsten in onze geliefde hoofdstad. Mijn collega’s keken mij lachend aan en vertelden me dat dit heel normaal was. Als je een politiepaard ziet, niet schrikken: je bent gewoon in Amsterdam.
Punt 2: Fiets op eigen risico Begrijp me niet verkeerd – ik vind het fantastisch om te fietsen door Amsterdam. Ik had nooit gedacht dat ik zo veel geluk en serotonine kon krijgen van fietsen, maar de ritjes die ik door Amsterdam maak, blijven me verbazen. Maar wat is het toch gevaarlijk! Alle verkeersregels die je hebt geleerd tijdens je fietsexamen op de basisschool, gelden hier niet. Op de een of andere manier ben ik vaak genoeg per ongeluk spookrijder geweest op de Amsterdamse fietspaden. Ik heb geen idee hoe, maar het gebeurde gewoon. Daarom heb ik een paar tips voor beginners. Ten eerste: zet het volume van de muziek in je oortjes nooit te hard. Ten tweede: ontwijk toeristen. En tot slot: heb schijt aan de verkeersregels.
Punt 3: Status is maar een waanbeeld Uit Amsterdam komen de meest creatieve en getalenteerde meesterbreinen. Dit willen ze uiteraard met de wereld delen, wat ik overigens goed begrijp. Je hoort tijdens het uitgaan de meest fantastische verhalen over wat mensen hebben bereikt in hun leven. Terwijl jij bij wijze van spreken vorig weekend nog ordinair aan het drinken en aan het dansen was in een foute club op het Leidseplein.
Voel je op zulke momenten alsjeblieft niet minder dan de ander. Ik heb er een handje vol van om mij dan naar beneden te praten – ik heb dan het gevoel dat ik mijn jeugd ‘weggooi’. Maar om eerlijk te zijn, houd ik er ook van om ordinair te drinken en dansen – ik word daar gelukkig van. Dat is denk ik het belangrijkste om in je achterhoofd te houden: doe iets waar jij gelukkig van wordt.
Misschien schets ik nu een negatief beeld van Amsterdam, maar dat is het laatste wat ik wil. Want wat heb ik het hier toch goed! Ik heb in een korte tijd zo veel geleerd en gezien – dat had ik voor geen goud willen missen.