Met Moderat’s Bad Kingdom in m’n oortjes knal ik over de betegelde straten van de stad. Elke stap wordt aangezet door de doffe dreunen van de maat en ik voel me krachtig terwijl ik me een weg baan tussen de menigte. We zijn allemaal ergens naartoe op weg en we zijn allemaal alleen, samen.
Dat cliché komt daar bij uitstek tot leven. De verschillen liggen er dik op wanneer ik mijn blik verplaats van de stip in de verte en eens om me heen kijk. Jong en oud, artistiek en klassiek, man, vrouw en otherwise. Juist hier, in de anonimiteit komt je individualisme duidelijk naar voren. En juist daarom is de straat een plek waar ik me krachtig voel, maar ook weleens kwetsbaar.
Natuurlijk voel ik me soms onzeker op straat,. Dan voelt de zichtbaarheid als een aanval, een die me duidelijk maakt dat ik niet voldoe aan een of andere norm. Gelukkig is die norm de laatste jaren exponentieel aan het verdwijnen en sijpelt dat gegeven ook langzaamaan bij mij door. Dus vervolgen we ons krachtige pad.
Ik verhoog het tempo. Passeer degenen voor me en laat hen achter me. De straat is een plek waar je je eigen vooruitgang tastbaar maakt en je voelt je goed. En dan word je uit het niets geschept. Ik kijk op en val recht in de ogen van een vent. Zijn mond beweegt en hij somt me op. In een ogenblik word ik uit mijn vlucht gerukt en val ik neer. Ik sla mijn ogen toe en schaam me.
De straat is een plek waar ik me nog steeds niet altijd vrij voel. In een zijdelingse opmerking of een gericht oog probeert een voorbijganger regelmatig een stukje van me af te pakken. Maar die stukjes zijn van mij.
Samen de straat op kan juist die stukjes terug claimen. De vrouwenmars, de pride. We stampen op de stoepen want we mogen net zoveel ruimte innemen als ieder ander, zonder dat we ons zouden moeten hoeven overgeven aan de ander. Mijn ogen, mijn heupen, mijn voeten – die zijn van mij. Here it ends. Dat gecatcall is niet wat ik wilde en niet wat ik in gedachten had. Ik zet de muziek nog een streepje harder – langdurig luisteren op hoog niveau kan schade aanbrengen – en ik dans om de bad kingdomte veroveren. Ik dans alleen, samen.