Maria Kondo. Elke dag kom ik haar tegen. In een gesprek, als advies op Netflix, in columns of in mijn hoofd. Weg met alles. Weg ermee. Dat klinkt toch heerlijk!? Alleen is het makkelijker gezegd dan gedaan. Want oprecht waar begin je? Als ik voor mijn kast sta dan start ik met het weggooien van 1 oud shirt, maar verder dan dat kom ik niet. Dan ga ik twijfelen. Want ik draag toch echt nog die laarsjes. En ik heb laatst nog die jas aangehad?
Zo gaat het ook in mijn hoofd. Want over sommige dingen blijf ik toch twijfelen. Dan merk ik dat ik in een situatie zit waar ik me van had voorgenomen om daar nooit maar dan ook nooit meer in te zitten. Een persoon die misbruik maakt van de situatie en waarvan je beter had gedacht. De spreekwoordelijke wolf in schaapskleren. Die wolf bewandelt soms nog wel eens op mijn pad en op de een of andere manier blijft die mijn pad ook terugvinden. Die dingen kunnen me dan opvreten. Ik blijf dezelfde fouten maken en aan dezelfde mensen vasthouden.
En dat kan goed zijn. Natuurlijk. Als het de juiste mensen zijn. Of fouten zijn waar je van kan leren. Maar soms moet je juist die mensen loslaten, die het niet waard zijn om aan vast te houden. Omdat ze goed voor je lijken, maar niet zijn. De wolf. Ik haat alleen confrontaties en al helemaal met wolveen in schaapskleren. Dan duik ik het liefst als een struisvogel zo snel mogelijk de spreekwoordelijke grond in. In de hoop, dat dat confrontatiemoment overwaait. Maar dat doet het niet. Want die momenten blijven komen en die fouten blijf je maken. Dus wat doe je eraan? Duik je weg als een bange struisvogel of blijf je fier staan als een trotse pauw? Misschien toch maar eens Maria kijken.