Ik denk altijd dat ik heel veel houd van risico nemen, maar soms vraag ik me af of je daar niet alleen goed in kan zijn als je het gevaar niet ziet. Want ondanks dat ik zonder te klagen, met m’n neus fier in de lucht me headfirst in zo’n nieuw avontuurtje stort, schijt ik altijd zeven kleuren.
Zo was er die keer, ik was net terug uit Amerika en had iedereen verzameld op een zonovergoten terras voor bier. Natuurlijk. Het terras was van een van mijn favoriete barren, waar ik voor vertrek regelmatig de barkrukken warm hield. Maar goed, dat was dus wel even geleden. De barman keek daarom ook bedenkelijk en kneep zijn ogen tot spleetjes.
“Weet je op wie jij bizar veel lijkt? Dat meisje van Game of Thrones, die kleine.”
“Neeeeeeee”, antwoordde ik. “Je kent mij, weet je nog? Ik ging naar New York en nu ben ik terug!”
Nu hoor ik sindsdien heel vaak dat ik lijk op Aria uit Game of Thrones, dus misschien deed ‘ie vervolgens maar gewoon alsof ‘ie me herkende, we zullen het nooit weten. Wel dat op Aria uit Game of Thrones lijken een compliment is en niet perse betekent dat je er uit ziet als een klein 12-jarig jongetje, omdat je te lui bent om make-up op te doen.
Want iedere keer als ik naar de wc ging, en jaaaa dat was vaak want hallooo bier, moest hij toevallig iets in de keuken ophalen. Toevallig, want dat was de deur links van de wc. Dit soort plotselinge ontmoetingen ontaarden bijna altijd in een awkward dans, links, rechts, links, rechts. Wie passeert aan welke kant, hysterisch lachen, ongemakkelijke aanrakingen van schouders.
‘Dat kan natuurlijk zo niet verder’, dacht ik.
In Amerika stond ik ook een keer in een bar. Ik ging drankjes halen voor onze groep en hing al wachtend op de bar. De jongen op de kruk naast me en ik keken elkaar aan.
“Hi”, zei hij.
“Hey”, zei ik weifelend.
‘Ken ik hem, waar kan ik hem van kennen, ben ik hem vergeten?’ dacht ik koortsachtig.
“Ik zit hier op iemand te wachten en aangezien jij moet wachten op je drankjes, kunnen we misschien samen even wachten?”, stelde hij voor.
“Waarom niet?”, antwoordde ik en we raakte verwikkeld in een leuk gesprekje.
Kort maar krachtig, want ik kwam alleen drank halen aan de bar. Toch kwam hij ineens gedag zeggen toen hij vertrok en drukte een briefje in mijn hand. Naam en nummer stonden er op en ik vond hem cool dat hij dat zomaar durfde te doen. Ik was het briefje vijf minuten later al kwijt, want dat is nou eenmaal de story of my life, maar het idee bleef me bij.
Dat was natuurlijk de oplossing voor de awkward dans! Ik begaf me zo nonchalant mogelijk naar de bar inmiddels volle kroeg. Dat zag er vast dramatisch uit, want ik had de hele middag heel veel bier gedronken in de zon. Misschien dat ik daarom ook niet meer de risico’s van mijn actie in kon schatten.
Ik vroeg hem om pen en papier en gaf het terug met mijn telefoonnummer en daaronder de tekst: Zodat we elkaar niet meer toevallig hoeven tegen te komen bij de wc!
Ik draaide me zo snel mogelijk om en had bedacht te verdwijnen in de nacht, hem in verwarring en onder de indruk achterlatend met mijn nummer in zijn hand. Maar op mijn weg naar buiten kwam ik iemand tegen, die ik natuurlijk al heel lang niet had gezien.
“Woooow, hoe gaat het? Vertel over Amerika!”
Tegelijkertijd voelde ik een hand op mijn schouder en hoorde hem vragen: “Uhm, sorry, wat moet ik hiermee?”